Begeleiding startende schoolleiders biedt ruimte voor verbetering
Klant: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Sectoren: Social PolicyDe begeleiding van startende schoolleiders staat de laatste jaren hoog op de agenda, maar laat nog ruimte voor verbetering zien. Zo komen coaching en inwerkprogramma’s nog weinig voor en zijn dit soort activiteiten vaak geen onderdeel van strategisch personeelsbeleid. Wel nemen de meeste startende schoolleiders deel aan losse begeleidingsactiviteiten. Dit zijn enkele bevindingen uit ons onderzoek naar de stand van zaken rond de begeleiding van startende schoolleiders, in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Het onderzoek, dat wij uitvoerden in samenwerking met Mooz, geeft inzicht in de achtergronden en behoeftes van startende schoolleiders aan begeleiding. Daarnaast brengt het de effectiviteit van inwerkprogramma’s en de ondersteuningsstructuur in beeld. Ook doen wij aanbevelingen aan schoolbesturen, schoolleiders en het landelijk beleid voor het versterken van de begeleiding van startende schoolleiders. Het doel is dat schoolbesturen zorgen voor een effectief inwerk- en begeleidingsprogramma voor startende schoolleiders, als onderdeel van het strategisch personeelsbeleid.
Effectieve begeleiding
Begeleidingsarrangementen met een verbinding tussen theorie en praktijk en die bestaan uit meerdere activiteiten hebben meer effect dan losse begeleidingsactiviteiten. Denk bijvoorbeeld aan de combinatie van een opleiding, cursus of training (formeel), coaching en/of intervisie en gesprekken met collega-schoolleiders (netwerkgesprekken).
Startende schoolleiders moeten vaak wennen aan hun nieuwe taken en verantwoordelijkheden. Het is daarom relevant dat de begeleiding zich in eerste aanleg ook vooral daarop richt. Het gaat dan vooral om people management en onderwijskundig leiderschap. Daarnaast is het ook relevant dat er voldoende aandacht is voor reflectie en voor het sparren met collega’s over de aanpak van praktijksituaties.
De begeleiding van startende schoolleiders is te stimuleren door ‘extra’ tijd voor inductie en professionalisering te geven, voldoende regelruimte te laten om nieuwe vraagstukken op te pakken en door voldoende financiële middelen voor de professionele ontwikkeling te reserveren.
Verschillen
Uit ons onderzoek bleek verder dat er aanzienlijke verschillen bestaan tussen schoolleiders als het gaat om begeleiding en professionalisering. Sommige schoolleiders zijn actief, anderen minder. Dit hangt voor een deel samen met professionele gedrevenheid. Daarnaast speelt de ondersteuning en stimulans vanuit de organisatie een rol. Het onderzoek onderstreept daarmee dat professionalisering een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van de schoolleider én het schoolbestuur als werkgever.
Het onderzoek is gebaseerd op enquêtes, literatuur en diepte interviews. Daarnaast zijn in de rapportage nog portretten van schoolleiders opgenomen die vertellen over hun eigen ervaringen.
Lees voor meer informatie het volledige onderzoeksrapport op de website van de rijksoverheid.
Heeft u vragen, dan kunt u contact opnemen met Menno Wester.