Beter zicht op zorgfraude in gemeenten nodig

| Social Policy, Security and Justice

Jaarlijks mogelijk tot 5,8 miljard euro verloren door fraude in de zorg

Vandaag debatteert de vaste Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport met de minister voor Langdurige Zorg en Sport over het thema zorgfraude. De experts van Ecorys zetten een aantal inzichten op een rij. 

Volgens internationale schattingen gaat jaarlijks tot meer dan 6% van de zorguitgaven verloren door fraude. Daarmee gaat het om veel geld. In Nederland besteden we dit jaar 93 miljard euro aan de collectieve zorg. Het zou neerkomen op een fraudeomvang een 5,8 miljard euro, ongeveer 700 euro aan premies en belastingen per huishouden. Deze fraude lijkt nog niet effectief en efficiënt bestreden te worden. Ter illustratie: In 2019 vorderden zorgverzekeraars na fraudeonderzoek 91,4 miljoen euro terug. 

Groot deel van zorg met fraudesignalen valt onder uitvoering van de gemeenten
Uit het rapport Signalen fraude in de zorg 2020 van het IKZ (Informatie Knooppunt Zorgfraude) blijkt dat de meeste zorgfraude hoogstwaarschijnlijk plaatsvindt in de wijkverpleging, de individuele begeleiding en de dagbesteding. Een significant deel van de zorg met fraudesignalen valt onder de uitvoering van de gemeenten, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Volgens het laatste onderzoek in 2019 naar toezicht op de Wmo door gemeenten blijkt dat dit van onvoldoende niveau was en voor gemeenten een aandachtspunt blijft. Door de coronapandemie werd in 2020 toezicht houden door het afleggen van fysieke controlebezoeken bemoeilijkt. Er werd vooral ingezet op administratief vooronderzoek, waardoor het aantal gemeentelijke signalen fors daalde. Zeer positief nieuws is daarom dat steeds meer gemeenten zich aansluiten bij het IKZ, nu minstens 188 van de 355, om de aanpak van zorgfraude een impuls te geven.

Weinig beleidsaandacht voor zorgfraude
Toch lijkt er een structurele zwakte te bestaan. De bestrijding van zorgfraude lijkt door gemeenten geregeld niet als speerpunt te worden gezien en daardoor weinig beleidsaandacht te ontvangen. Daarbij bestaat beperkte bewustwording en expertise onder het personeel, waardoor fraude niet altijd herkend wordt. Van de gemeenten die antifraudebeleid voeren, is het onzeker in hoeverre dit doeltreffend en doelmatig is. 

Betere sturingsinformatie noodzakelijk
De minister van Volksgezondheid schreef begin december, in reactie op een bericht van RTL Nieuws dat honderden dubieuze zorgbedrijven zijn ontdekt, dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) geen integraal beeld heeft van wat er bij individuele gemeenten gebeurt. Daarbij lopen gemeenten aan tegen regels rondom de bescherming van persoonsgegevens. Dit bemoeilijkt hen in de aanpak van de fraude. Het is belangrijk dat gemeenten betere sturingsinformatie krijgen over mogelijke fraude en ondermijnende criminaliteit. Ecorys steunt de uitspraak van het ministerie, dat meerwaarde zegt te zien in een toegespitst vervolgonderzoek ter bevordering van een concrete aanpak van de verwevenheid van criminaliteit in de zorgsector. 

Beter zicht op en kennis van zorgfraude wenselijk
Om grip te krijgen op de problematiek, is beter zicht op en kennis van zorgfraude wenselijk. Alleen als duidelijker wordt hoe dit fenomeen zich manifesteert, kan de aanpak effectiever worden. Helaas bestaat er nog geen helder beeld, zeker niet als het aankomt op de vraag wat gemeenten precies doen aan de bestrijding van zorgfraude en hoe succesvol dit beleid is. Onze aanbeveling is dan ook om de effectiviteit van gemeentelijke aanpakken te evalueren, verschillende initiatieven te vergelijken, deze goed te monitoren, en maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBAs) of impact assessments uit te voeren van gemeentebeleid.

Enkele relevante fraudeonderzoeken die Ecorys onder andere deed voor de Europese Commissie en het WODC zijn: 

Wilt u meer weten? Onze consultants Mike Beke en Gabriëlle op ’t Hoog wisselen graag met u van gedachten.