Hoe kan de stedelijke veiligheid worden verbeterd in tijden van crisis?

De aanhoudende coronapandemie (COVID-19) is misschien wel de grootste crisis van onze tijd. Voor velen van ons ontwrichten de huidige situatie en de bijbehorende maatregelen van de autoriteiten ons dagelijks leven en de (openbare) ruimte. Als Urban Agenda Partnership on Security in Public Spaces willen we graag bijdragen aan het voortdurende debat in heel Europa door een selectie van goede praktijken aan te bieden en deze kennis te delen als een bron van inspiratie en hoop.

Van burgers in Europa en de rest van de wereld wordt verwacht dat zij zoveel mogelijk #thuis blijven om de curve af te vlakken. Het is niet de enige uitdaging om de verspreiding van het virus te vertragen en de capaciteit van het gezondheidszorgsysteem te beschermen. Naast de volksgezondheid heeft de crisis ook betrekking op de stedelijke dimensie en de veiligheid in de openbare ruimte. Nu steeds meer landen, regio’s en steden in lockdown zijn, verandert de manier waarop we onze publieke en private ruimtes gebruiken en organiseren snel.

Hoewel de crisis en de bijbehorende maatregelen gevolgen hebben voor de manier waarop we onze ruimtes gebruiken en inrichten, kan dit ook nieuwe kansen bieden. Albert Einstein zei ooit: ‘Te midden van elke crisis liggen grote kansen.’ We staan ​​voor een belangrijke uitdaging en keuze: hoe verbeteren we de veiligheid van onze (openbare) ruimtes in tijden van crisis? 

Het is nu aan overheden en burgers om te beslissen hoe ze met de huidige uitdagingen omgaan en deze omzetten in kansen. Samen creëren we de stedelijke toekomst en de manieren waarop we onze openbare ruimte gebruiken en organiseren (en beveiligen). 

Selectie van praktijken
Voordat we de praktijken presenteren, is het belangrijk om te vermelden dat de situatie in elk land, elke regio en elke stad verschilt. De volgende praktijken zijn gebaseerd op de input van enkele van onze partnerschapsleden en bieden een niet-uitputtend overzicht van (innovatieve) initiatieven en oplossingen. 

Deze praktijken kunnen worden geclusterd rond:

  • Het bevorderen van de sociale cohesie
  • Stimuleren van het gebruik van de openbare ruimte
  • Het voorkomen van openbare bijeenkomsten en het bewaken van sociale afstand
  • Het aanpakken van huiselijk geweld
  • Het beschermen van kwetsbare groepen
  • Vrije tijd via internet
  • Omgaan met desinformatie en nepnieuws

Het bevorderen van de sociale cohesie
Tijdens deze gezondheidscrisis lijkt het bevorderen van sociale cohesie algemeen als belangrijk te worden erkend, om burgers erbij te betrekken en zowel gemeenschappen als openbare ruimtes veiliger en leefbaarder te maken. 

In Mechelen, België, bedenkt de gemeente creatieve manieren om mensen samen te brengen en de levenskwaliteit te verbeteren, ook al is fysieke nabijheid onmogelijk. Bij quasi-lockdown werden zogenaamde ‘buurkaarten’ geïntroduceerd. Burgers kunnen deze kaarten downloaden en ze persoonlijk afgeven bij hun buren die hulp bieden. Bijvoorbeeld buren (in een risicogroep) helpen met het doen van de boodschappen. De afdeling Sociaal Beleid van de steden lanceerde ook een online vrijwilligersplatform waar mensen zich kunnen aanmelden om hulp te bieden en het sociale contact te verbeteren. 

Op dezelfde manier lanceerde de gemeente Madrid, Spanje, de campagne 'Tijd voor solidariteit met de buren' en een platform genaamd 'Madrid gaat naar het balkon'. Deze campagne roept op tot solidariteit tussen buren om het verplichte isolement van huishoudens te verlichten. De stad moedigt iedereen aan die zijn oudere of gehandicapte buren wil helpen met taken, zoals het opruimen van het afval, het uitlaten van de hond en het kopen van essentiële spullen. 

Stimuleren van het gebruik van de openbare ruimte
Openbare ruimtes zijn over het algemeen open en toegankelijk voor burgers en blijken populaire locaties voor buitenactiviteiten. Nu deze activiteiten of sporten steeds uitdagender worden, zijn er tal van creatieve oplossingen om actief en fit te blijven. 

In België moedigen de regering en de Nationale Veiligheidsraad mensen aan om actief te blijven en bevelen ze buitenactiviteiten aan, zoals wandelen. Ter ondersteuning van deze nationale richtlijn heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest besloten om parken en groene ruimten per gemeente in kaart te brengen. In hun ogen moet iedereen kunnen genieten van de openbare (groen)ruimte en frisse lucht kunnen krijgen. Op deze kaart, genaamd de Brusselse Tuinen, kunnen mensen parken, bossen en andere groene gebieden in het Brussels Gewest vinden. Hierdoor kunnen burgemeesters burgers informeren over de beschikbaarheid van deze ruimtes en de veiligheid garanderen. 

Het voorkomen van openbare bijeenkomsten en het bewaken van sociale afstand
In dichtbevolkte stedelijke gebieden vertrouwen verschillende autoriteiten steeds meer op technologie om openbare bijeenkomsten te voorkomen en de sociale afstand te bewaken. Een van de belangrijkste gebruikte technologieën zijn drones, maar het is duidelijk dat er een geïntegreerde aanpak nodig is met acties op het terrein. 

In de stad Nice, Frankrijk, gebruikt de gemeente drones om mensen eraan te herinneren en te informeren over hoe ze de beperkende maatregelen moeten volgen om openbare bijeenkomsten te voorkomen en de sociale afstand te bewaken. De stad Nice gebruikt drones in combinatie met initiatieven op het terrein. Kleine drones vliegen over het stadscentrum en de hoofdwegen en zenden berichten uit, zoals ‘reizen is verboden tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden’. of “respecteer alstublieft de veiligheidsafstanden.” In heel Europa zetten steeds meer steden en regio's, zoals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de regio Toscane en de stad Madrid, drones in om hun wetshandhaving te ondersteunen. 

De gemeente Mechelen in België laat zien dat een alternatieve, complementaire aanpak ook mogelijk is. Mechelen legt de nadruk op het instrueren van gemeenschapswachten, vrijwilligers en jeugd- en preventiewerkers om ervoor te zorgen dat burgers zich aanpassen aan de maatregelen. Dit gebeurt door mensen met (potentieel) overlastgedrag aan te spreken en te confronteren en te voorkomen dat mensen (vooral jongeren) samenstromen. Het is ook de verantwoordelijkheid van deze werknemers om de toegankelijkheid en veiligheid van openbare pleinen en parken te bewaken.

De stad Helsinki heeft ook het aantal jeugdwerkers vergroot, zowel online als op plaatsen waar de jeugd tijd doorbrengt. Ze bespreken de veiligheidsmaatregelen en nemen 'de temperatuur' om te zien hoe het met kinderen en jongeren gaat en welke hulp ze eventueel nodig hebben. Bovendien werden er tijdelijke mededelingenborden geïnstalleerd in populaire oefenruimtes buiten. Deze locaties omvatten speeltuinen, speelplaatsen, skateparken, oefengebieden, vogelkijktorens en hondenparken. De prikborden herinneren de bewoners eraan om ook buitenshuis voldoende veilige afstand te bewaren en een goede hygiëne te handhaven. 

Het aanpakken van huiselijk geweld
Een van de belangrijkste zorgen tijdens deze pandemie is de toename van huiselijk geweld. Thuisblijven is niet gemakkelijk en kan gevaarlijk worden voor vrouwen en mensen die al in een gecompliceerde relatie leven. Wanneer slachtoffers opgesloten zitten bij hun misbruikers, is het melden van geweld nog moeilijker. 

In de Unie van Romagna Faentina, Italië, de stad Madrid, Spanje en de stad Helsinki, Finland zijn informatiecampagnes gelanceerd om het bewustzijn over dit probleem te vergroten. Unie van Romagna Faentina organiseerde bijvoorbeeld de informatiecampagne 'Ma adesso io' (maar nu ik). In het kader van de campagne werd samen met de lidgemeenten een vrouwendag georganiseerd met activiteiten, zoals optredens, tentoonstellingen, concerten en films. Vanwege de lockdown vonden deze activiteiten online plaats. Bovendien werd in Italië een bestaande smartphone-applicatie, gebruikt door de politie, bijgewerkt om vrouwen te helpen in de strijd tegen huiselijk geweld. Via deze app, genaamd YouPol, kunnen mensen (verdachte) gevallen van huiselijk geweld melden bij de politie.

In de steden Nice en Mechelen werden noodoproepcentra opgezet om slachtoffers van huiselijk geweld te ondersteunen en hulp te bieden. Bovendien heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest specifiek een taskforce opgericht om te zorgen voor een krachtig antwoord en om het verhoogde risico op huiselijk en intrafamiliaal geweld in deze tijden van opsluiting te benadrukken.

Het beschermen van kwetsbare groepen
Er zijn talloze andere praktijken die zich richten op het ondersteunen en beschermen van kwetsbare groepen, zoals ouderen, daklozen, zieken, asielzoekers en mensen die tot een risicogroep behoren. Hierbij valt onder meer te denken aan voedselbedeling, thuisbezorgdiensten, de opvang van daklozen en vluchtelingen en hulplijnen voor (senioren) burgers. Dit laatste is ook een veelgebruikte praktijk. 

In Helsinki heeft de hulplijn alleen al in de eerste week van de operatie ruim 10,000 senioren gebeld. Veel senioren vroegen om hulp bij uitstapjes naar de winkels en de apotheek. Deze gesprekken geven de leden van de seniorengemeenschap van Helsinki ook de kans om te praten over hoe zij ermee omgaan en hoe hun dagelijks leven is beïnvloed. Tijdens deze gesprekken wordt aan de respondenten ook gevraagd of zij psychologische ondersteuning nodig hebben in deze onzekere tijden. In de Unie van Romagna Faentina vergroot de hulplijn ook het bewustzijn onder ouderen om oplichting te voorkomen. 

Vrije tijd via internet
Tijdens de lockdown zijn culturele uitstapjes en vrijetijdsbesteding over het algemeen niet toegestaan. Internet lijkt de oplossing. Uit veel praktijken blijkt dat vrijetijdsactiviteiten, zoals culturele en muziekevenementen, het bezoeken van kunstgalerijen en nog veel meer, online beschikbaar en toegankelijk worden gemaakt. De autoriteiten wijzen ook financiering toe om nieuwe soorten activiteiten te bevorderen. In de stad Madrid, momenteel in een ‘volledige lockdown’, bieden de coaches van gemeentelijke sportcentra gratis sportlessen aan via sociale media (“Ik train thuis”) en creëerde de gemeente een educatieve poppenspelvideoshow voor kinderen tussen 3 en 9 jaar. jaar oud.

Omgaan met desinformatie en nepnieuws
Een ontwikkeling om dit artikel mee af te sluiten is de verspreiding van desinformatie en nepnieuws in de context van deze pandemie. Omdat dit een bedreiging voor de veiligheid is, ondernemen de autoriteiten ook actie. Mechelen probeert bijvoorbeeld online polarisatie te vermijden en de jeugd erbij te betrekken door virtuele bijeenkomsten (en e-sportevenementen) met de jeugd te organiseren om dit onderwerp te bespreken en desinformatie en nepnieuws te ontkrachten met echte feiten. 

Dit was slechts een selectie uit de vele praktijken die steden en regio's in het partnerschap implementeren. Deze lijst met voorbeelden is niet-uitputtend. Naast deze voorbeelden van de leden van ons partnerschap zijn er nog veel meer praktijken. Neem voor meer informatie contact op met het technisch secretariaat van dit partnerschap via ua-security@ecorys.com

Dit artikel is geschreven door Ecorys, het technisch secretariaat van de Stedelijke Agenda, dat de Stedelijke Agenda Partnerschappen voorziet van secretariaatondersteuning, advies en expertise. In de context van het Partnership on Security in Public Spaces wil ons Partnership graag bijdragen aan het lopende debat door een selectie van goede praktijken aan te bieden met betrekking tot stedelijke veiligheid in tijden van crisis.

De Stedelijke Agenda voor de EU pakt de problemen aan waarmee steden worden geconfronteerd door partnerschappen op te zetten tussen de Europese Commissie, EU-organisaties, nationale overheden, lokale en/of regionale overheden en belanghebbenden zoals niet-gouvernementele organisaties. Samen ontwikkelen ze actieplannen om betere wetten aan te nemen, financieringsprogramma’s te verbeteren en kennis te delen (data, studies, goede praktijken).

Het Security in Public Spaces Partnership is in januari 2019 gelanceerd en bestaat uit 14 partners, waarvan 11 lokale overheden, 2 nationale overheden en 1 niet-gouvernementele organisatie. Andere actoren en waarnemers zijn onder meer de organisaties Eurocities, Urbact, UN Habitat en het Fundamental Rights Agency (FRA).

13 mei 2020

8 minuten lezen