Verbetering van de vuurwapencontrole: beleidsadvies voor Europa, de Westelijke Balkan, Oekraïne en Moldavië

Handel in en misbruik van vuurwapens zijn aanhoudende kritieke bedreigingen in Europa en zijn buurlanden. Dit houdt nauw verband met ontoereikende vuurwapengegevens en uiteenlopende nationale praktijken inzake het traceren van vuurwapens, die op hun beurt de internationale uitwisseling van informatie over vuurwapens belemmeren.

Achtergrond

Het gebrek aan harmonisatie tussen de wettelijke definities, nationale rechtskaders en vuurwapenregistratiesystemen van landen belemmert de inspanningen om systematisch informatie te verzamelen en te delen die kan worden gebruikt om misbruik van vuurwapens naar criminele en terroristische organisaties binnen en buiten de EU te voorkomen en op te sporen. Het door de EU gefinancierde project REGISYNC heeft de afgelopen twee jaar onderzoek gedaan naar het terugdringen van legaal misbruik van vuurwapens in Europa en partnerregio's zoals de Westelijke Balkan. Op basis van veldbezoeken en intensieve samenwerking met belanghebbenden heeft het projectteam gemeenschappelijke minimumnormen en effectieve praktijken van nationale vuurwapenregisters ontwikkeld. Ecorys heeft samen met het Center for the study of Democracy en Small Arms Survey een beleidsdocument geschreven over internationale informatie-uitwisseling, waarin verschillende internationale platforms voor het traceren van vuurwapens werden onderzocht.

Belangrijkste bevindingen

In het beleidsdocument over internationale informatie-uitwisseling bij vuurwapenbeheersing heeft het projectteam verschillende uitdagingen geïdentificeerd. De eerste uitdaging heeft te maken met de veelheid aan platforms die in verschillende rechtsgebieden worden gebruikt, en met de voorrang die aan andere platforms wordt gegeven. Dit is typisch de situatie met betrekking tot door de EU beheerde platforms zoals het Schengeninformatiesysteem II (SIS II) en het Informatiesysteem interne markt (IMI), aangezien deze verplicht zijn voor EU-lidstaten. Bovendien hebben rechtsgebieden buiten de EU geen toegang tot IMI en SIS II. Deze structurele beperking maakt deze platforms in wezen gesloten voor derde landen. Wat de operationele kant betreft, hebben de uitdagingen meestal betrekking op de onderbenutting van een platform door de toegenomen administratieve lasten (iARMS), moeilijkheden bij het opzoeken van informatie (SIENA) en technische problemen in verband met het werken met het platform en de gebruiksvriendelijkheid ervan (IMI). Op basis van de geïdentificeerde uitdagingen is het belangrijk om een aantal beleidsaanbevelingen te doen:

  • Het opzetten van registers voor verloren/gevonden vuurwapens;
  • Het vergemakkelijken van de gestandaardiseerde invoer van gegevens en informatie in nationale vuurwapenregisters en internationale platforms voor informatie-uitwisseling;
  • Landen aanmoedigen om iARMS volledig te gebruiken voor het melden van verloren/gestolen en gevonden/in beslag genomen vuurwapens;
  • Zorg voor training en bewustmaking op internationale platforms voor informatie-uitwisseling.

Het project culmineerde in een slotconferentie in Brussel, waar belanghebbenden van internationale en nationale wetshandhavingsinstanties en andere vuurwapenonderzoekers de uitdagingen en toekomstige onderzoeksrichtingen op het gebied van vuurwapencontrole en tracering bespraken. Aangezien er in de EU meer dan 30 miljoen illegale vuurwapens in het bezit van burgers zijn, zijn er veel mogelijkheden om in de toekomst verder te werken aan het terugdringen van de vuurwapenhandel en het verbeteren van de tracering van vuurwapens.

U kunt het volledige rapport hier lezen.

Slotconferentie in Brussel

3 november 2023

2 minuten lezen