Publicatie van het eindrapport over de evaluatie van de impact van de handelshoofdstukken van de Euro-mediterrane associatieovereenkomsten (Euro-mediterrane vrijhandelsovereenkomsten)
Een nieuwe studie van Ecorys, CASE (Centrum voor Sociaal en Economisch Onderzoek) en FEMISE (Euro-mediterraan forum van instituten voor economische wetenschappen) laat zien hoe de Euro-mediterrane vrijhandelsovereenkomsten de EU en haar partnerlanden ten goede kwamen, maar benadrukt ook de noodzaak om te moderniseren de overeenkomsten om niet-tarifaire maatregelen en duurzame ontwikkeling aan te pakken.
De evaluatie heeft betrekking op de handelsovereenkomsten van de EU met Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Marokko en Tunesië en werd uitgevoerd in opdracht van DG TRADE. Er werd specifiek gekeken naar:
- De effectiviteit en efficiëntie van de handelshoofdstukken van de associatieovereenkomsten;
- De relevantie van de handelshoofdstukken van de associatieovereenkomsten met betrekking tot de huidige handelsvraagstukken waarmee de EU en de zes partnerlanden worden geconfronteerd;
- De samenhang van de handelshoofdstukken van de associatieovereenkomsten met het handelsbeleid van de EU en de zes partnerlanden.
Onze analyse onderzocht de handelsprestaties tussen de EU en de zes partnerlanden, waarbij we specifiek keken naar economische, sociale en milieuaspecten. We hebben in het bijzonder ook gekeken naar de landbouw-, textiel-, machine- en chemische sectoren in de partnerlanden en hebben onderzoek gedaan naar kwesties als gendergelijkheid en de handel in milieugoederen.
Over het geheel genomen is uit de evaluatie gebleken dat de prestaties van de Euro-mediterrane vrijhandelsovereenkomsten grotendeels in overeenstemming zijn met de doelstellingen die ervoor zijn vastgesteld, maar dat niet alle doelstellingen in dezelfde mate zijn bereikt. Handhaving en implementatie van de overeengekomen vrijhandelsovereenkomsten zijn van cruciaal belang voor het bereiken van hun doelstellingen en voor het realiseren van handelsvoordelen, maar de uitvoeringsstatus varieert van de ene Euro-mediterrane vrijhandelsovereenkomst tot de andere. We constateerden ook dat de Euro-mediterrane vrijhandelsovereenkomsten de eerdere concessies op het gebied van markttoegang in stand hebben gehouden en in sommige gevallen nieuwe kansen hebben gecreëerd voor de Euro-mediterrane handel, waardoor de economische prestaties in zowel de EU als de partnerlanden worden ondersteund. Uit onze analyse bleek echter ook de noodzaak om deze overeenkomsten te actualiseren, aangezien de effectieve Euro-mediterrane tariefpreferenties in de loop van de tijd geleidelijk zijn uitgehold en de overeenkomsten momenteel geen hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling bevatten. In dit verband hebben we aanbevelingen opgesteld ter overweging bij nieuwe handelsbesprekingen, die al zijn begonnen voor Tunesië en Marokko en die mogelijk later zullen beginnen met Jordanië en Egypte.
Het volledige rapport, evenals een samenvatting, kunt u vinden op de website website van de Europese Commissie.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen Nora Plaisier or Michael Flickenschild.
30 maart 2021
2 minuten lezen
Diensten
Sleutelexperts
Nora Plaisier
Principal Consultant